Veelgestelde vragen

  • De eindtermen die de overheid voor het basisonderwijs oplegt, gelden ook voor steinerscholen en dus ook voor Koningsdale. De zesdeklassers hebben aan het einde van het jaar alle bagage mee om over te stappen naar eender welke middelbare school. Dit uiteraard volgens hun eigen mogelijkheden. We hebben percentueel gezien evenveel leerlingen die doorstromen naar een ASO, TSO of 1B-richting als de andere basisscholen rondom ons.

  • Nee. In Koningsdale wordt geen godsdienst onderwezen. Wel hebben we in de lagere klassen het vak ‘Cultuurbeschouwing’. Daarin komen verhalen aan bod, die per leerjaar telkens uit een andere bron stammen:

    Klas 1: Sprookjes
    Klas 2: Fabels en heiligenlegenden
    Klas 3: De verhalen uit het Oude Testament
    Klas 4: De Noordse mythologie
    Klas 5: De Griekse cultuur
    Klas 6: De Romeinse cultuur

    De vele jaarfeesten die we vieren, hebben soms de naam van een heilige. Toch gaat het helemaal niet om het christelijk beleven van het feest, maar wel om het vieren van de tradities die hier lang geleden al ‘in de grond’ zaten, nog voor de christenen er hun naam aan koppelden.

    Naast de alom gevierde Sinterklaas en Kerstmis, vieren wij ook de ‘vergeten’ feesten. Bij die jaarfeesten ligt de klemtoon op wat zich op dat ogenblik in de natuur afspeelt.

    Bijvoorbeeld: Het oogstfeest (Sint-Michaël), Het lampionnenfeest (Sint-Maarten), de advent als lichtjesfeest, het lengen van de dagen (Maria Lichtmis), de vruchtbaarheid en de lente (Palmpasen), de natuur in volle bloei (het Pinksterfeest, dansen rond de meiboom), de zomerzonnewende (Sint-Jan).

  • Nee. Op basis van het leerplan van de Vlaamse Steinerscholen, stelt elke leerkracht een jaarplan en een periodeplan op. Kinderen brengen dus niet zelf aan rond welke thema’s de lessen zullen gaan.

    Ook de dagplanning zit in een vast weekrooster.

    Wel is er in de kleuterschool veel ruimte voor vrij spel, maar enkel op een vast moment op de dag. Daarnaast vind je in de kleuterschool ook heel wat geleide, vaste activiteiten.

  • In de steinerpedagogie wordt het belang van de band tussen leerkracht en leerling benadrukt om goed te kunnen leren. Een schooljaar, dat in feite maar 10 maanden duurt, is in een oogwenk voorbij. Daarom proberen we dezelfde kinderen meerdere jaren te begeleiden. Wanneer de leerkrachten de kinderen beter kennen, kunnen zij ook de talenten van de kinderen goed inzetten, of beter inspelen op zorgvragen.

    Meestal verblijft een leerling in Koningsdale 2 jaar in dezelfde peuterklas, en 2 of 3 jaar in dezelfde kleuterklas.

    In klas 1 en 2 worden deze kinderen ook twee jaar door dezelfde leerkracht begeleid, net als in klas 4 en 5. Wanneer de school verder groeit, kan dat één leerkracht worden voor de eerste drie jaar en een andere leerkracht voor de laatste drie jaar van de lagere school.

    In klas 3 en 6 werken we voorlopig met één vaste leerkracht die de klasgroep voor het periodeonderwijs en de oefenuren onder de vleugels neemt. Deze beslissing heeft te maken met de kleine klasgroepen die momenteel nog te weinig lesuren genereren zodat elke klas gesplitst kan worden.

  • Op de rapporten die de kinderen meekrijgen, staan geen cijfers.

    Wel worden alle te behalen doelen woordelijk geformuleerd en beoordeeld, onderbouwd met schriftelijke toelichting van de leerkracht. Niet alleen de typische leergebieden Nederlands en wiskunde komen aan bod, maar ook de sociale vaardigheden, muzische vakken , L.O., handwerk en techniek worden geëvalueerd.

    Van tijd tot tijd komen bij ons wel toetsen voor om te zien hoe de leervorderingen van de kinderen zijn.

    Hoe ouder de kinderen, hoe meer ze op de hoogte zijn van hun resultaten.

  • In steinerscholen blijft de computer lange tijd buiten de deur en hangen er in de klassen nog ‘ouderwetse’ krijtborden.

    Steinerscholen zijn niet tegen digitale middelen, maar zijn wel voorstanders van een functioneel gebruik ervan.

    Naast de schijnbare voordelen, zijn er ook veel nadelen verbonden aan het gebruik van digitale media. Bovendien komt dit gebruik pas later van pas in de ontwikkelingslijn van het kind. Jonge kinderen moeten eerst leren de echte wereld waarnemen, zich vlot bewegen en met ‘analoge’ media werken. (bv. in het zand spelen, bouwen, tekenen, een pagina opbouwen in hun schrift, een brief schrijven…) Pas later gaan zij aan de slag met de abstracte digitale media.

    Vanaf de 5de en 6de klas komt de computer wel geregeld aan bod en leren de kinderen de nodige vaardigheden.

  • Steinerscholen en freinetscholen zijn beide alternatieve onderwijsmethoden. Toch zijn ze helemaal niet hetzelfde.

    Freinetscholen zijn gebaseerd op de ideeën van de Franse onderwijzer Freinet. Het leerproces wordt er meer afgestemd op de individuele behoeften en interesses van de leerlingen. Men maakt veel gebruik van experimenteren, zelfstandig leren en eigen verantwoordelijkheid te nemen in het leren. De leerkracht is een gelijke van de leerlingen, en wordt dus gewoon met de voornaam aangesproken.

    In steinerscholen liggen de leerlijnen vast, volgens de ontwikkelingsfasen van het kind. Er ligt daarbij ook veel nadruk op creativiteit en kunstzinnige ontwikkeling. De leerkrachten staan wel nog steeds in hun autoriteit boven de leerlingen.

    Een ander verschil is dat steinerscholen een antroposofische basis hebben en daardoor een specifieke filosofie hebben om kinderen te benaderen.
    Freinetscholen hebben een meer pragmatische benadering en richten zich vooral op de praktische toepassing van hun onderwijsprincipes.

    In beide scholen wordt veel waarde gehecht aan het samenwerken, reflecteren en een actieve rol van leerlingen in het leerproces.

    Wil je meer uitleg, ga vooral luisteren. Wij kunnen alleen goed uitleggen waar wij zelf voor staan. Bij freinetscholen liggen andere klemtonen die je bij hen kunt bevragen.

  • Antroposofie is een filosofie, ontwikkeld door Rudolf Steiner aan het begin van de 20e eeuw.

    Die benadrukt de spirituele aard van de mens en de universele wetten die onze wereld en ons menselijk bestaan beïnvloeden.

    Antroposofie probeert een begrip van de wereld te bieden die verder gaat dan alleen de fysieke realiteit.

    Het omvat een breed scala aan disciplines, waaronder landbouw, geneeskunde, kunst en onderwijs.

    Het is dan ook vanuit die antroposofische gedachten dat er in de steinerscholen naar kinderen wordt gekeken.

    Antroposofie wordt niet aangeleerd aan de kinderen.

  • Nee. De leerkrachten volgen wel regelmatig bijscholingen of pedagogische studiedagen waar het gedachtengoed van Steiner wordt toegepast op hun taken als opvoeders en onderwijzers.

    De leerlingen krijgen echter geen lessen over de figuur van Rudolf Steiner of over de antroposofie.

  • Nee, Koningsdale is er voor iedereen. Door het kunstzinnig leren of het leren in beweging worden ieders hersenen anders aangesproken. Daardoor ontwikkelen alle Koningsdale-kinderen vanzelf hun creatieve, inventieve en scheppende talenten.

  • Ja, daar streven we in elk geval naar! We proberen naast ons werk met de kinderen ook een verbonden en betrokken oudergroep te smeden.
    De ouders zijn welkom op de open jaarfeesten. Ook vragen we hun inzet bij een klus- of poetsdag, een ouderavond, de bar helpen bemannen bij een evenement… De Hofnar coördineert ook een heleboel fijne ouderacties.

    Ouders zijn ook vertegenwoordigd op bestuurlijk niveau.

  • Nee. In steinerscholen wordt een vast lesprogramma aangeboden, met een aantal leergebieden waar persoonlijke creativiteit van belang is. Leerkrachten proberen de leerlingen wel vanuit een antroposofisch blikveld te benaderen. Dat betekent dat we het kind ruimer bekijken dan alleen zijn schoolse prestaties.
    Er wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar de voorgeschiedenis, de fysieke bouw, de talenten en het temperament van ieder kind.

  • Nee. :-) De kledij van de kinderen of leerkrachten in de steinerschool, verschilt doorgaans niet zo van de kledij van kinderen elders.
    Warmte is wel een interessant thema waarover binnen de antroposofie vaak gesproken wordt.
    Wol is een uitstekende leverancier van warmte en werkt regulerend.
    Wie de waarde van wol weet in te schatten, draagt misschien af en toe ook wel eens (geiten)wollen sokken.

  • Vormtekenen is een vak dat in alle steinerscholen wordt gegeven.
    Bij vormtekenen worden verschillende soorten vormen en patronen getekend, zoals cirkels, veelhoeken, lijnen, spiralen... De tekeningen kunnen heel eenvoudig zijn, of net heel gecompliceerd. Vormtekenen bevordert onder andere het waarnemen en de concentratie, de motoriek, nauwkeurigheid en richtingszin van de kinderen.

  • Graag.

    Wanneer we de zindelijkheidstraining van één of meerdere peuters op ons moeten nemen, bevinden we ons een groot deel van de dag in het toilet. Daar lijden de zorg, aandacht en de activiteiten van de groep onder. Bovendien is de peuterklas voor een kindje dat niet zindelijk is, nog overweldigend en merken we dat ze niet klaar zijn voor het klasgebeuren.

  • Ja. Alle peuters en kleuters houden na het middageten een periode van rusten. De klas wordt verduisterd en elk kind heeft zijn vast plekje om te rusten. Bij de peuters zijn dit matrasjes. De jongsten slapen dan ook echt. De kleuters liggen verspreid in de eigen klas in hun eigen slaapzak om te rusten.

  • Ja, er worden op school warme maaltijden aangeboden. Deze worden steeds bereid door Ida Boeten, die zoveel mogelijk met lokale producten en biologische groenten kookt.

    Uiteraard kunnen kinderen ook van thuis een gezonde brooddoos meebrengen.

    Alle kinderen eten steeds samen in de eigen klas.