JAARFEESTEn

WAAROM WE ZOVEEL FEEST VIEREN

De ‘jaarfeesten’ spelen een belangrijke rol in steinerscholen. Door deze feesten worden de kinderen zich bewust van de cyclus van het jaar en de seizoensgebonden veranderingen in de natuur. Ze leren culturele tradities kennen. Wij vieren voornamelijk feesten die namen dragen van christelijke feestdagen, maar die van oorsprong teruggaan naar dat wat op dat moment in de natuur gebeurt. De feesten hebben zowel christelijk-traditionele elementen als elementen uit volkse en heidense feesten.

De feesten maken het jaar overzichtelijk voor de kinderen. Bij elk feest horen vaste liederen, verhalen en gebruiken. De periode van uitkijken naar het volgende feest is nooit erg lang, en ook voor een jong kind goed te bevatten.

Een feest geeft steeds de kans om uit te kijken naar die ene dag, en evengoed om nog een hele tijd na te genieten.

Bovendien geven de feesten zowel leerlingen, leerkrachten en ouders de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. Om samen herinneringen vast te zetten en verbondenheid te ervaren.

Michaëlsfeest

Het einde van de zomer, het oogstfeest. We vertellen het verhaal over ridder Joris die de draak moet verslaan. We spelen spelletjes waar moed en doorzettingsvermogen van tel zijn. We eten pompoensoep en bakken drakenbrood.

Sint-Maarten

De dagen worden donker. We vertellen het verhaal van Maarten, de Romeinse soldaat, die in de koude donkere avond zijn mantel met een bedelaar deelde. Zo zorgde hij voor warmte en verbondenheid. We maken lampionnen en gaan in het duister op tocht. Zo verspreiden we ons licht in de donkere dagen.

Sinterklaas

Nicolaas van Myra hielp met het gooien van goudstukken in de schoenen enkele jonge meisjes uit de nood. Ook jaren later kennen we de traditie van schoenen bij de haard in de hoop daar de volgende dag iets in te vinden. Door het door elkaar vloeien van de twee Sint-tradities vieren we in Ieper ook Sint-Maarten als “Pakjessint”. Sinterklaas brengt ons echter ook een bezoekje, met zijn vriend Piet, en zorgt voor het lekkers.

Advent - Kerstmis - Driekoningen

In de donkerste periode van het jaar trekt de natuur alle kiemkracht naar binnen. Alles ziet er donker uit. Ook de mens keert zich meer naar binnen toe. We stappen in de spiraal op zoek naar onze binnenste kern. Ieder steekt er een lichtje aan, dat we ergens in de spiraal achterlaten. In die periode wichtelen de kinderen van de lagere school voor elkaar. Dat is een traditie waarbij je stiekem een klasgenoot verwent met kleine gebaren.

Met Kerstmis en Driekoningen vertellen we het geboorteverhaal van Jezus, hoe hij licht bracht. Hoe de drie koningen op zoek gingen naar de ster boven Bethlehem. We eten samen driekoningentaart en zoeken naar de ‘boon voor de kroon’.

Maria-Lichtmis

Hoewel de natuur nog donker en stil lijkt, begint onder de grond alles weer te leven. We vertellen over Moeder Aarde die haar kleine wortelkinderen weer wekt. De eerste bloeiers zoals het sneeuwklokje en de krokus steken hun kopje boven. We stappen opnieuw de spiraal, dit keer naar buiten toe, en zetten onze kaarsjes ergens neer waar ze wortels en bolletjes onder de grond helpen verwarmen. We vieren het terugkerende zonnelicht in de vorm van onze grote goudgele pannenkoek!

Carnaval

Carnaval zou oorspronkelijk een heidens feest zijn, dat plaatsvond na de winter, bij de wisseling van de seizoenen. Het was een groot eetfeest, waarbij de resten uit de voorraadkast op werden gemaakt. Men at koeken van de laatste restjes meel, vet en eieren, die anders zouden bederven. De carnavalskledij en het dragen van een masker zouden als doel hebben de boze (winter-)geesten te verjagen. Daarnaast was deze tijd ook de tijd van het zuiveren. De nog steeds bekende voorjaarspoets was in deze tijd belangrijk, net als de lichamelijke reiniging door het vasten of een ontgiftingskuur.

Uiteraard vieren we op Koningsdale ook ons eigen kleurrijke carnavalsfeest!

Palmpasen

De paastijd is de tijd van de vruchtbaarheid, van nieuw leven. De vogels maken nesten en jonge lammetjes huppelen in de weide. We maken een palmpasenstok met een zonnerad (verwelkomen van het zonnelicht) of een kruisvorm (verwijzend naar de christelijke traditie). We versieren het geheel met een haantje of een haas van brood, fleurige linten, gedroogd fruit en eieren, en gaan samen op stap.

Pinksteren

De natuur is in volle bloei. Overal zijn er bloemen en bloesems. Het is de periode van de overgangsfeesten zoals de lentefeesten. Onze oudste kleuters maken zich klaar voor hun overgang naar de eerste klas. Ze worden getooid met bloemenkransen en stappen onder een symbolisch poortje door. We gooien confetti van bloemblaadjes. Daarna laten de oudste kleuters hun eigen duifje vrij. Iedereen kleedt zich die dag in witte, zuivere kledij. De zesdeklassers dansen rond de meiboom met kleurige linten.

Sint-Jansfeest

Het Sint-Jansfeest is het feest van de zomerzonnewende. We vlechten kronen van gras en veldbloemen. We genieten samen van de langste dag van het jaar met volksdans en een picknick. Er wordt een Sint-Jansvuur ontstoken, waar we over heen springen voor een jaar vol geluk. De zesdeklassers die de school gaan verlaten, springen samen met een kleuter die de lagere school tegemoet gaat. Zij geven ook een fakkel door aan deze nieuwe groep kinderen.